Gedurende mijn gehele werkzame leven spelen keurmerken steeds weer een rol. Zo was ik jarenlang voorzitter van Skal, de organisatie die het biologische keurmerk controleert, mede-oprichter en voorzitter van Stichting EKO-keurmerk, was ik één van de leden van het College van Deskundigen van het Milieukeur (nu: On the way to Planet Proof ), en stond ik aan de wieg van het keurmerk Weidemelk. Die kennis en inzichten rondom keurmerken heb ik natuurlijk ook ingezet bij adviestrajecten over bijvoorbeeld de strategie van Max Havelaar en de plannen van PLUS om zich te positioneren als Meest Verantwoorde Supermarkt.
Een aantal vragen kwamen door de jaren heen steeds weer terug: is het keurmerk onafhankelijk, wordt het goed en streng gecontroleerd, is de bekendheid onder consumenten voldoende, is het ambitieus genoeg, creëert het voldoende impact?
Onlangs mocht ik Ika van de Pas van Milieu Centraal tijdens een livestream interviewen. Zij gaf aan dat ze recentelijk gestart is met een campagne: Keurmerkensafari in de supermarkt. Deze campagne promoot de tien robuuste keurmerken. Deze topkeurmerken voldoen aan de criteria: ambitieus, onafhankelijk en transparant. Deze tien topkeurmerken komen we in iedere supermarkt tegen. Ze hebben een hoge bekendheid bij de consument, en worden door 70% van de consumenten belangrijk gevonden. Minstens zo belangrijk is dat de producten met deze keurmerken in 2019 gepaard gaan met een omzet van meer dan 7,7 miljard. De verduurzaming van het aanbod is zo vrij effectief tot stand gekomen. De markt voor producten met een keurmerk is een volwassen markt geworden die jaar in jaar uit groeit.
Ik zie dat het tijd wordt voor nieuwe stappen; geen nieuwe keurmerken, 10 robuuste topkeurmerken lijkt me genoeg. Ik denk aan stappen die ervoor zorgen dat er nog meer producten met deze keurmerken in de winkel komen. Dat kan door harmonisatie tussen de keurmerken, denk aan controles voor meerdere keurmerken tegelijkertijd of afstemming van de eisen en harmonisering van de meetmethoden. Een dergelijke samenwerking tussen keurmerken is kostenefficiënt voor iedereen. Van belang is ook dat we dat niet alleen in Nederland doen, maar dat we dat samen doen met andere Europese landen en zo zorgen voor vergelijkbare keurmerken.
De bekendheid van de keurmerken is al heel groot, blijkt uit onderzoek. Deze dient echter wel onderhouden te worden. Daar ligt een rol voor producenten en retailers; besteed aandacht aan de eisen van die keurmerken en de waarde die ze hebben. En voor de overheid; waarom niet een grote consumentencampagne?
De laatste tijd is er veel aandacht voor de inspanningen die van producenten gevraagd wordt om te voldoen aan de eisen die keurmerken stellen. Het is een goede zaak dat er veel inspanningen gevraagd worden, dat hoort bij de ambitie van een keurmerk en geeft de vereiste geloofwaardigheid. Tegelijkertijd dienen die inspanningen wel beloond te worden. Ik zie er niets in om dat te doen met een nieuw keurmerk zoals Farmers Defence Force bepleit. Ik denk dat de overheid een rol moet nemen in het belonen van producenten die voldoen aan de strenge eisen van een topkeurmerk voor duurzaamheid, dierenwelzijn of eerlijke handel. Dat zou kunnen door het Transitiefonds van het ministerie van LNV daarvoor te benutten. Zodat producenten kunnen rekenen op een bijdrage in de kosten van investeren en certificeren. Tenslotte zijn zij al bezig met de transitie naar het nieuwe voedselsysteem.
Zoals ik in het verleden vooral gewerkt heb aan de borging en de controle van de keurmerken, zo wil ik mij de komende tijd vooral inzetten voor de waardering van die keurmerken. Waardering van de consument, en voor de producent.